Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8628

Datum uitspraak2008-12-31
Datum gepubliceerd2008-12-31
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200804307/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 24 januari 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (hierna: het college) het verzoek van [appellant] om over te gaan tot registratie in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: GBA) van de ontbinding van het in de GBA geregistreerde huwelijk met [vrouw A] en van het op 11 maart 2002 te Teheran, Iran, gesloten huwelijk met [vrouw B], afgewezen.


Uitspraak

200804307/1. Datum uitspraak: 31 december 2008. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te Rotterdam, tegen de uitspraak in zaak nr. 07/1798 van de rechtbank Rotterdam van 29 april 2008 in het geding tussen: [appellant] en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. 1. Procesverloop Bij besluit van 24 januari 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (hierna: het college) het verzoek van [appellant] om over te gaan tot registratie in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: GBA) van de ontbinding van het in de GBA geregistreerde huwelijk met [vrouw A] en van het op 11 maart 2002 te Teheran, Iran, gesloten huwelijk met [vrouw B], afgewezen. Bij besluit van 5 april 2007 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 29 april 2008, verzonden op 7 mei 2008, heeft de rechtbank Rotterdam het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2008, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Het college heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partij toegezonden. De Afdeling heeft de zaak ter zitting aan de orde gesteld op 19 november 2008. 2. Overwegingen 2.1. Nadat hangende het hoger beroep alle door het college verlangde bescheiden waren overgelegd, is het college alsnog overgegaan tot registratie in de GBA van de ontbinding van het in de GBA geregistreerde huwelijk van [appellant] met [vrouw A] en van het huwelijk met [vrouw B]. Het college heeft hiertoe uittreksels uit de GBA overgelegd, gedateerd op 15 juli 2008 en 10 september 2008. Aangezien [appellant] geen feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht op grond waarvan desondanks moet worden geoordeeld dat nog belang bestaat bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, moet worden geoordeeld dat [appellant] geen belang meer heeft bij een beoordeling van zijn hoger beroep. 2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat. w.g. Vlasblom w.g. Klein voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 31 december 2008. 97-581.